Aanwezigheid onderneming mede afhankelijk van resultaat in latere jaren
Opbrengsten (positief en negatief) zijn belast en kosten zijn aftrekbaar als deze voortkomen uit een zogenoemde ‘bron van inkomen’.
Daarvan is sprake als u deelneemt aan het economisch verkeer(1) met de bedoeling daarmee een voordeel te behalen(2) dat redelijkerwijs te verwachten is (3). De Hoge Raad, onze hoogste rechter, heeft beslist dat de vraag of van een redelijke voordeelsverwachting sprake is in beginsel moet worden beantwoord op basis van de gegevens van het betreffende jaar, maar dat feiten en omstandigheden van andere jaren mede van belang kunnen zijn.
Zo had een muzikant in het startjaar (2005) van zijn onderneming een verlies geleden. Dat verlies wilde hij aftrekken. In de jaren daarna waren zijn kosten steeds hoger dan zijn opbrengsten geweest en in 2009 had hij geen optredens meer verzorgd. In dat geval ontbreekt een redelijke voordeelsverwachting en dus de aanwezigheid van een ‘bron van inkomen’. Hij kon het verlies niet in aftrek brengen. Het oordeel van de Hoge Raad biedt wel perspectief in situaties waarin in latere jaren juist winsten worden gemaakt.
Bron: Fiscount