Schriftelijke contracten voor onbepaalde tijd krijgen lage premie
Vanaf 1 januari 2020 is er een verschil in de WW premie die als werkgever via de loonaangifte afgedragen wordt.
De hoge premie, die 5% duurder is dan de lage premie mag je alleen hanteren wanneer een werknemer een contract voor onbepaalde tijd heeft voor een vast aantal uren. Dus een oproepovereenkomst/ min max overeenkomst voor onbepaalde tijd heeft een hoge premie.
Ook mag je een lage premie betalen als er een werknemer in dienst is, die jonger is dan 21 jaar en maximaal 52 uur per maand heeft gewerkt. Werknemers die een BBL (Beroeps Begeleidende Leerweg) opleiding bij jou volgen zijn ook uitgezonderd. Wel moet er op dat moment een getekende overeenkomst zijn met de leerling.
Betaal jij als werkgever een deel van een uitkering van bijvoorbeeld een WW, ZW of WAZO dan is deze uitkering ook tegen de lage premie.
Ook komt er een verplichting om de lage premie om te zetten naar een hoge premie in onderstaande gevallen:
- werknemer gaat binnen twee maanden na aanvang van de dienstbetrekking uit dienst.
- ook als werknemer in een kalender jaar meer dan 30% afwijkt van zijn contract uren dien je met terugwerkende kracht de premie op hoog te zetten.
Voor nu dus als eerste de actie om te zorgen dat alle contracten die een lage premie kunnen opleveren schriftelijk zijn. Daarbij ook het verzoek om die in het salarispakket NMBRS te uploaden zodat wordt voldaan aan de verplichting om de arbeidscontracten bij de loonadministratie te hebben.