Voorkom de crisisheffing bij hoge lonen in 2014
Heeft u werknemers in dienst die in 2013 een salaris ontvangen van meer dan € 150.000? Dan is de kans groot dat u als werkgever in 2014 opnieuw over het meerdere boven dit bedrag 16% werkgeversheffing moet betalen. U kunt de extra heffing beperken of voorkomen. Bijvoorbeeld door de bijtelling voor het rijden in de (bestel)auto van de zaak te verlagen of door een (hogere) eigen bijdrage met uw werknemer af te spreken. Ook kunt u een eventuele tantième of bonus uitstellen tot 2014. Hoe wordt omgegaan met correcties achteraf, leest u hierna.
Correcties achteraf
Loon dat vóór 2013 is genoten en waarover in 2012 belasting is geheven, hoeft u niet mee te rekenen. Positieve correcties van het loon over 2013 die plaatsvinden in 2014 of daarna spelen hierbij geen rol. Als na 2013 blijkt dat het in aanmerking genomen loon lager was (negatieve correctie) kan dat wel gevolgen hebben voor de crisisheffing.
Eenmalige extra heffing ook voor de DGA
De crisisheffing geldt ook voor de BV met een directeur-grootaandeelhouder (DGA), omdat de BV de werkgever is van de DGA. Bent u DGA, dan zou u uw loon kunnen verlagen. De economische crisis zou een argument voor de verlaging kunnen zijn. Maar wees daarmee voorzichtig, want u moet nog wel blijven voldoen aan de gebruikelijkloonregeling. Werkt u voor een BV waarin u tenminste een aandelenbelang van 5% heeft, dan moet u in beginsel tenminste € 43.000 loon in aanmerking nemen, tenzij u een lager gebruikelijk loon aannemelijk kunt maken.
Samenloop met tegemoetkoming opname levenslooptegoed
Maakt een werknemer in 2013 gebruik van de eenmalige tegemoetkoming voor de opname van het levenslooptegoed? In dat geval mag deze buiten beschouwing laten voor de crisisheffing.
De werknemer kan het levenslooptegoed eenmalig opnemen met een korting van 20%. De korting is van toepassing op het levenslooptegoed dat op 31 december 2011 bestond. Het meerdere is belast in box 1. De uitbetaling van het tegoed – en daardoor ook de belastingheffing – loopt via u als werkgever. U moet loonheffing inhouden op het levenslooptegoed. U kunt daarbij rekening houden met de opgebouwde levensloopverlofkorting van de werknemer.